5 augustus 2021

Neurowetenschappelijke pijneducatie in de behandeling van chronische pijn

Kwaliteitsvol schilderwerk vereist een goede primer!

Een gastblog van docente Eva Huysmans, doctoraatsonderzoeker Pain in Motion en fysiotherapeut binnen de chronische pijnrevalidatie UZ Brussel.

Elke kinesitherapeut, en bij uitbreiding zorgverstrekker, is er al wel eens mee in aanraking gekomen, chronische pijn is wereldwijd één van de belangrijkste redenen om medische zorg te zoeken. De nood aan interventies om deze klachten effectief aan te pakken is dan ook hoog. Echter, gezien de complexiteit van chronische pijnklachten, kan het aanbieden van een kwaliteitsvolle en passende behandeling voor elke patiënt een grote uitdaging zijn. Inderdaad, net zoals bij vele aandoeningen, is er geen one-size-fits-all oplossing, maar dient men op zoek te gaan naar een specifieke aanpak op maat van elke individuele patiënt.

pijneducatie

Aangezien chronische pijn een uitgesproken biopsychosociaal karakter heeft, dient de behandeling ervan niet alleen te focussen op biomedische en/of biomechanische aspecten, maar evenzeer op psychosociale en contextuele factoren. Om dit mogelijk te maken is allereerst een doorgedreven biopsychosociale intake nodig, waarvoor Wijma et al. (2016) een framework opstelden, die de therapeut de nodige handvaten zal geven om zijn/haar therapie vorm te geven1.

Hoewel de bewustwording rond het belang van een biopsychosociale aanpak alsmaar groeit in de (para)medische wereld, zijn patiënten en de mens in het algemeen van oudsher geneigd om naar louter biomedische verklaringen te zoeken voor klachten.  Dit is echter geen ideale ingesteldheid voor de aanvang van een biopsychosociaal revalidatieprogramma voor chronische pijn. Om die biomedisch-georiënteerde gedachtegang bij te sturen kan men neurowetenschappelijke pijneducatie (PNE) aanbieden die het belang van een biopsychosociale aanpak duidt voor de patiënt. Zo kan men als het ware de patiënt gaan primen – voorbereiden – op een biopsychosociaal behandelprogramma, waardoor de eventuele weerstand ten aanzien van dit laatste zal afnemen en de kans op een succesvolle revalidatie stijgt.

Watson et al. publiceerden in 2019 een systematische review rond de effectiviteit van PNE bij mensen met chronische musculoskeletale pijn2. Zij concludeerden dat PNE op zich reeds leidt tot verbeteringen op vlak van pijn, functioneren, catastroferen en bewegingsangst, maar dat de effecten nog toenemen wanneer de educatie gecombineerd wordt met andere gepaste therapiemodaliteiten. PNE dient dus gezien te worden als een eerste voorbereidende stap voor een biopsychosociaal behandelprogramma, en niet als een alleenstaande interventie. Om een succesvolle toepassing van PNE te garanderen dient de therapeut in kwestie goed opgeleid te zijn in het geven van pijneducatie, inclusief communicatietechnieken (e.g., motivational interviewing3). Ook inhoudelijk is een brede (toegepaste) achtergrondkennis rond de neurofysiologie van pijn onontbeerlijk. De therapeut zal immers de educatie moeten gaan individualiseren op maat van de patiënt, zodat deze laatste zich ook echt eigen voelt met de theoretische materie, en op deze manier een verklaring krijgt voor zijn of haar pijn en eventuele andere klachten.

Hoewel elk revalidatieprogramma voor chronische pijn er anders kan uitzien naargelang de noden van de individuele patiënt, kan nagenoeg elke patiënt met chronische pijn baat hebben bij een zekere mate van (geïndividualiseerde) PNE ter voorbereiding voor de rest van zijn/haar revalidatie. Louw et al. introduceerden hiervoor het principe “PNE+” waarbij men uitgaat van pijneducatie als primer voor de verdere behandeling en nadien op basis van de informatie verkregen uit de biopsychosociale intake een gepast programma met verschillende therapie-elementen gaat aanbieden4. Tijdens het gehele revalidatieprogramma kan er vervolgens teruggegrepen worden naar de inhoud van de pijneducatie om het biopsychosociale karakter van de chronische pijnklachten verder te bekrachtigen en de opbouw van de therapie te duiden voor de patiënt. Onderstaande figuur geeft een idee van wat de verdere biopsychosociale behandeling van chronische pijn nog allemaal kan inhouden.

Ben je geïnteresseerd op de opleiding van Eva Huysmans bij te wonen? Op 11 maart is ze, samen met Jo Nijs, bij ons te gast voor een Praktijkdag Pijneducatie!

  1. Wijma AJ, van Wilgen CP, Meeus M, Nijs J. Clinical biopsychosocial physiotherapy assessment of patients with chronic pain: The first step in pain neuroscience education. Physiotherapy theory and practice. 2016;32(5):368-384.
  2. Watson JA, Ryan CG, Cooper L, et al. Pain Neuroscience Education for Adults With Chronic Musculoskeletal Pain: A Mixed-Methods Systematic Review and Meta-Analysis. The Journal of Pain. 2019;20(10):1140.e1141-1140.e1122.
  3. Nijs J, Wijma AJ, Willaert W, et al. Integrating Motivational Interviewing in Pain Neuroscience Education for People With Chronic Pain: A Practical Guide for Clinicians. Physical therapy. 2020;100(5):846-859.
  4. Louw A, Schmidt S, Puentedura E, Zimney K. Pain Neuroscience Education – Teaching People About Pain. 2nd ed. Minneapolis, USA: OPTP; 2018.

AUTHOR

Stijn De Mot